Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Onderwijs. Vanzelfsprekende partner

Marjolein van Meggelen
Op de driehoek van praktijk, onderwijs en onderzoek breek ik hier een lans om 'het onderwijs' in de nabije toekomst nog meer (en eerder) te integreren.
https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12479-022-0986-6/MediaObjects/12479_2022_986_Fig1_HTML.jpg
Redacteur Marjolein van Meggelen
Opvallend is dat onderzoek het onderwijs vaak inzet als implementatiestrategie om uitkomsten van het onderzoek te integreren. In de praktijk slaagt dit maar mondjesmaat (of te weinig). Wanneer dit wel gebeurt, is het vaak in de vorm van een artikel in een vakblad, dat dan mogelijk een plek in het curriculum krijgt. Het onderwijs zelf wordt vaak niet vanaf de voorkant bij de ontwikkeling van een product, tool of onderzoek betrokken, waardoor het draagvlak om ergens mee te gaan werken of dit te integreren in het onderwijs ook kleiner wordt.

Partner bij het onderzoek

Mijn toekomstideaal is dan ook dat onderwijs veel meer een vanzelfsprekende rol gaat krijgen in wetenschappelijk onderzoek. Enerzijds aan de voorkant, dus voordat het onderzoek wordt gestart: het initiëren, het meedenken, het coproduceren en de studentenparticipatie. En anderzijds aan de achterkant: bij het implementeren van de uitkomsten. Dit zou kunnen door gebruik te maken van de participatieladder onderwijs, analoog aan de reeds bestaande participatieladder van de patiëntenzorg. Inmiddels zijn we in de Utrechtse regio bezig met een ontwerp hiervan. Onderwijspartijen kunnen goed bereikt worden voor participatie binnen onderzoek, via de snelweg die er al ligt: de onderwijsknooppunten van de huidige Consortia Palliatieve Zorg.

Partner bij de patiëntenzorg

Het model ‘action learning’ is daarvoor zeer geschikt. Het houdt iets in als leren in het echt. Daarbij wordt de praktijk die binnengebracht wordt door studenten gekoppeld aan de theorie, daarmee voorkomend dat curricula waterhoofden worden en geen of weinig raakvlakken hebben met de praktijk. Onderwijsgoeroe Bales (uit de jaren 70) ontwierp een leerpiramide, waarin naar voren komt dat 75 procent van de aangereikte stof geleerd wordt als dit direct in de praktijk uitgevoerd wordt. In het verlengde daarvan droom ik dat het onderwijs van de toekomst vorm krijgt langs de lat van de patiëntencasuïstiek.

Synergie theorie en praktijk

Ik droom ook van meer of mindere complexiteit die door studenten meegenomen worden naar het onderwijs, waardoor er zo een synergie ontstaat tussen de praktijk en de theorie. Casuïstiek die meebrengt dat dit op microniveau (in de alledaagse zorg), maar zeker ook op meso- en macroniveau (respectievelijk binnen de zorgorganisaties en nationaal) besproken kan worden, en daar waar nodig geadresseerd aan partijen, binnen en buiten het Netwerk Palliatieve Zorg, die de kwaliteit in de directe zorg kunnen veranderen.

Interdisciplinaire scholing

Een droom die daarmee samenhangt, is dat we curricula voor interdisciplinaire scholingen ontwikkelen. Hoe goed zou het zijn als de (toekomstige) huisarts en wijkverpleegkundige zich samen buigen over casuïstiek, en daarmee in elkaars keuken kunnen kijken? Daarmee ook elkaars taal beter kunnen verstaan, en door middel van klinisch redeneren zowel met een curatieve dan wel een palliatieve blik samen met de patiënt de kwaliteit van diens leven bevorderen.

Ervaringsdeskundige

Daarnaast is mijn droom dat in elk onderwijs over palliatieve zorg een ervaringsdeskundige participeert. Uit eigen ervaring kan ik alleen maar bevestigen dat een gastles door een patiënt veel toevoegt aan het onderwijs. Ook hiervoor kan het regionale Consortium Palliatieve Zorg bevraagd worden, omdat deze – althans in de provincie Utrecht – een patiënten- en naastenraad heeft.

‘Teaching on the job’ is mogelijk zelfs de uitdaging voor de toekomst. De nieuwe curricula voor alle deskundigheidsniveaus (de zogenaamde onderwijsraamwerken) zijn dankzij het programma O2PZ beschikbaar en bevinden zich nu in de implementatiefase. Evenals een uitgebreide databank met ondersteunende (onderwijs)materialen op Palliaweb. Een nieuwe lichting van afgestudeerden en een oude lichting die tot nu toe afstudeerde zonder dit curriculum zullen de komende decennia vormgeven aan de patiëntenzorg. Mijn wens is dat zij elkaar ‘aan het bed’ mogen vinden en zo van en met elkaar kunnen leren en daar waar nodig andere professionals zullen inroepen om het tekort aan kennis bij te spijkeren.

Partner bij deskundigheidsbevordering
Hoewel het fenomeen onderwijs en deskundigheidsbevordering als een dubbeling klinkt, zijn het niet altijd synoniemen. Uit het hierboven beschreven ‘action learning’ mag duidelijk zijn dat praktijk en theorie elkaar dienen te ontmoeten en te versterken. Volgens mij is er helaas soms een wildgroei aan goedbedoelde deskundigheidsbevordering, bijvoorbeeld in de vorm van een workshop over pijn. De opbrengst van een referaat over pijn en pijnbehandeling, zonder het kennen van de praktijkcontext van de deelnemers, is dan beperkt. Zeker als zo’n workshop niet ingebed is in een visie op het gegeven onderwijs.
Betrek bij het opstellen van een deskundigheidsplan, bijvoorbeeld als dat vanuit een Netwerk Palliatieve Zorg gebeurt, collega’s uit het onderwijs en vraag advies hoe de productie van zo’n plan aangevlogen kan worden. Immers, de opbrengst kan anders minimaal zijn en dat is zonde van de tijd en het geld van een ieder. Dat geldt natuurlijk ook andersom. Collega’s uit het onderwijs zou ik daarom willen zeggen: kom aan boord van de onderwijsknooppunten en denk en participeer mee in de diverse ontwikkelingen. Geef ook aan wat je nodig hebt, en laat je zien op bijeenkomsten, want we hebben je nodig!

Ken je lokale netwerk

Tot slot heb ik nog een laatste toekomstdroom. De docent die voor de klas staat, kan in doorsnee zelf de lessen over palliatieve zorg in het onderwijs verzorgen. Daarvoor is het wel nodig om van kennis en inzichten op de hoogte te blijven en jezelf dus te blijven scholen. Meer specifieke vakken vereisen specifieke kennis die naar mijn mening beter door gespecialiseerde zorgverleners in de palliatieve zorg gegeven kan worden, ook al is daarbij het nadeel dat zij geen kennis van pedagogiek of groepsdynamica hebben. Hierbij valt te denken aan consulenten palliatieve zorg en/of collega’s die een specialistische vervolgopleiding hebben gedaan en het werkveld van de student kennen. Daarom is het heel belangrijk om je lokale netwerk te kennen, waar je de spelers op het gebied van palliatieve zorg kunt ontmoeten. Want: alleen ga je sneller, maar samen kom je verder.
Marjolein van Meggelen is studieleider post-hbo Palliatieve zorg, Hogeschool Utrecht.