De positieve gezondheidsbenadering lijkt goed aan te sluiten bij de palliatieve zorg, waarbij het begrip gezondheid in beide concepten breed opgevat wordt en eigen regie centraal staat. In dit verpleegkundig praktijkgericht onderzoek is onderzocht wat de mening van verpleegkundigen binnen de palliatieve zorg over Positieve Gezondheid is.
In het voorwoord van het Kwaliteitskader Palliatieve Zorg1 staat dat zowel patiënten als zorgverleners minder goed weten wat ze kunnen verwachten van palliatieve zorg dan van curatieve zorg. Het rapport Niet alles wat kan, hoeft2 laat een groot aantal redenen zien waarom positieve verbinding aan palliatieve zorg niet altijd lukt, zoals het ongemak van praten over de dood, onvoldoende palliatieve zorgonderwijs en ontbreken van een blik op de hele mens. Aandacht voor alle dimensies van kwaliteit van leven en het behoud van autonomie, zoals het Kwaliteitskader voorschrijft, staat in de praktijk vaak onder druk.1
Het concept Positieve Gezondheid (PG) zou deze druk mogelijk kunnen verlichten. Bij PG is gezondheid niet slechts de af- of aanwezigheid van ziekte, maar ‘het vermogen om met de eigen fysieke, emotionele en sociale levensuitdagingen om te gaan en om eigen regie te voeren’.3,4 Deze brede definitie kent zes dimensies: lichaamsfuncties, dagelijks functioneren, mentaal welbevinden, zingeving, kwaliteit van leven en meedoen.3
Bij professionals in de gezondheidszorg is er veel animo en enthousiasme om PG in de praktijk te brengen.5,6 Evenals binnen andere zorgterreinen zou synergie tussen palliatieve zorg en PG de positieve verbinding van zorgverleners aan palliatieve zorg kunnen verbeteren.6 Het is echter nog onbekend hoe het concept PG aansluit bij professionals in de palliatieve zorg. Dit artikel beschrijft hoe verpleegkundigen en verzorgenden binnen palliatieve zorg over PG denken.
Vragenlijst
Onder zorgprofessionals bekend met palliatieve zorg in Nederland en die de opleiding hbo-verpleegkunde, mbo-verpleegkunde of verzorgende IG hadden afgerond, hebben we een vragenlijst afgenomen.4 De vragenlijst bevat stellingen over verschillende aspecten van PG. Op een 9-punts Likertschaal van 1 (zeer onbelangrijk) tot 9 (zeer belangrijk) konden deelnemers aangeven in hoeverre ze het desbetreffende aspect van belang achtten voor gezondheid.
De 134 respondenten waren gemiddeld 42,1 jaar oud (variërend tussen 20-63 jaar) en allen vrouw. De functies van de respondenten waren hbo-verpleegkundige (40%), mbo-verpleegkundige (33%), gespecialiseerd verpleegkundige (palliatieve zorg en oncologie, 20%) en verzorgende IG (7%). De respondenten waren vooral werkzaam in het ziekenhuis (28%), een hospice (20%), verpleeghuis (19%) en palliatieve thuiszorg (15%).
Van de respondenten vond 61% het positief dat PG benadrukt dat iemand meer is dan zijn ziekte en 54% dat het de nadruk op eigen regie legt. Aan de andere kant vond 57% van de respondenten dat de omschrijving van PG nogal wat vraagt van de mensen. Daarbij twijfelde 58% of iedereen wel eigen regie kan voeren en 24% of iedereen dat wil (zie tabel 1).
Tabel 1:
Aantallen en percentages respondenten die het eens zijn met stellingen over Positieve Gezondheid.
Positieve stellingen:
|
|
|
Gezondheid wordt gezien als dynamisch, in plaats van een statische toestand
|
63
|
47
|
Het benadrukt de kracht van iemand en niet zozeer de zwakte
|
64
|
48
|
Het legt de nadruk op eigen regie
|
72
|
54
|
Het benadrukt dat iemand meer is dan zijn ziekte
|
83
|
60
|
Het legt de nadruk op je eigen verantwoordelijkheid
|
24
|
17
|
Het maakt de patiënt gelijkwaardiger aan de behandelaar
|
17
|
12
|
Negatieve stellingen:
|
|
|
Dit vraagt nogal wat van mensen, kan iedereen wel zijn eigen regie voeren?
|
77
|
57
|
Dit vraagt nogal wat van mensen, wil iedereen wel eigen verantwoordelijkheid nemen?
|
32
|
24
|
Deze omschrijving lijkt feitelijke ziekte onbelangrijk te maken
|
27
|
20
|
Dit is te breed, dit gaat over het hele leven en niet over gezondheid
|
27
|
20
|
Moet iemand zich maar aanpassen aan slechte levensomstandigheden?
|
23
|
17
|
Voor mij is gezondheid toch vooral de afwezigheid van ziekte
|
20
|
15
|
Het kan iemand weerhouden bijtijds naar de dokter te gaan
|
16
|
12
|
Qua prioritering van de dimensies vonden de respondenten voor hun cliënten de dimensie kwaliteit van leven het belangrijkst (gemiddelde score 7,5) en daarna de dimensies zingeving en mentaal welbevinden (beide gemiddelde score 6,9). De dimensie die duidelijk het laagst scoort, is dagelijks functioneren (gemiddelde score 6,2). Hierbij is geen verschil in scores op de dimensies tussen de verschillende verpleegkundige functies, maar wel tussen enerzijds de medewerkers die in een palliatieve zorgsetting werkzaam zijn (hospice, verpleeghuis, palliatieve thuiszorg, 54%) en anderzijds de medewerkers in het ziekenhuis (46%). De eerstgenoemden vonden de dimensie meedoen belangrijker dan de laatstgenoemden. Met name de aspecten ‘contacten kunnen onderhouden’ en ‘voldoende ondersteunende relaties hebben’ waren belangrijk. Daarnaast sprong voor hen binnen de dimensie ADL het aspect ‘voor het huishouden zorgen’ eruit als belangrijker.
Verpleegkundigen en verzorgenden in de palliatieve zorg hadden een positieve houding tegenover PG, waarbij ze voor hun cliënten de dimensie kwaliteit van leven belangrijk vinden, met daaropvolgend zingeving en mentaal welbevinden. Dit komt overeen met andere onderzoeken bij zorgprofessionals binnen ziekenhuis, thuiszorg, GGZ, jeugdgezondheidszorg en onderwijssetting.7-9
Hoewel het aspect van PG ‘meer zijn dan alleen de ziekte’ door een grote groep als positief wordt beschouwd, heeft een groot deel ook nog wel bedenkingen bij de mogelijkheden van het voeren van eigen regie. Dat staat haaks op de aanbevelingen vanuit de richtlijn Zingeving en spiritualiteit in de palliatieve fase10, die juist de regievaardigheid en de wenselijkheid van regie in de palliatieve fase als een belangrijk aandachtspunt markeert. De kern van PG ligt in het kijken, begeleiden en handelen vanuit het perspectief van de cliënt waarbij de wens en behoefte van de cliënt voor een zo goed mogelijke resttijd van het leven vooropstaat. In die zin ligt het mogelijk aan de opvatting van de professionals met betrekking tot eigen regie en de interpretatie die ze eraan geven in de context van PG. Het benadrukken van de beginselen van PG zou waarschijnlijk de beeldvorming en acceptatie en daarmee het werken vanuit PG in de palliatieve zorg verbeteren.
Professionals in een palliatieve zorgsetting zijn positiever over vooral de sociale aspecten (meedoen en ADL) van PG dan de overige professionals. Dit verschil kan mogelijk verklaard worden door de setting. Een hospice of verpleeghuis maakt vaker onderdeel uit van een wijk of buurt waar participatie van of in de omgeving dichterbij is. Een ziekenhuissetting staat in die zin meer los van een wijk of buurt en is meer een instituut, en professionals werkzaam in deze setting zullen minder snel denken aan meedoen in de maatschappij en ADL.
De dimensies mentaal welbevinden en zingeving werden door professionals na kwaliteit van leven ervaren als het belangrijkste. Dit is geheel in lijn met de richtlijn Zingeving en spiritualiteit in de palliatieve fase waarin deze aandacht voor zingeving en spiritualiteit op ieder moment relevant wordt gezien voor elke patiënt in de palliatieve fase.10 PG kan daarbij een bijdrage leveren bij het aangaan van het gesprek met aandacht voor de hele mens en zijn of haar wensen en behoeften.11
Deze studie biedt voldoende aanknopingspunten om samen met professionals, patiënten en patiëntvertegenwoordigers te onderzoeken hoe PG nog meer van waarde gemaakt kan worden voor de palliatieve zorg door enerzijds het begrip eigen regie in de context van PG goed te beschrijven en de kwaliteit van het resterende leven het benadrukken.
Conclusie
Verpleegkundigen en verzorgenden werkzaam binnen de palliatieve zorg staan over het algemeen positief tegenover het concept van Positieve Gezondheid, maar twijfelen over de mogelijkheid dat niet alle cliënten eigen regie kunnen en willen nemen. Hierbij zien zij de dimensie kwaliteit van leven als de belangrijkste dimensie. Het toepassen van PG in de palliatieve zorg kan waardevol zijn. Bij de implementatie van PG in de palliatieve zorg zou de benadrukt moeten worden dat ‘eigen regie’ hier betekent het aansluiten op de behoeften en wensen van de cliënt bij het optimaliseren van de kwaliteit van het resterende leven.
Literatuur
1. Boddaert M, Douma J, Dijxhoorn F, Bijkerk M. Kwaliteitskader palliatieve zorg NL. Utrecht: IKNL/Palliactief; 2017.
2. Niet alles wat kan, hoeft; Passende zorg in de laatste levensfase. Utrecht: KNMG; 2015.
3. Huber M, Knottnerus JA, Green L, Horst H van der, Jadad AJ, Kromhout D et al. How should we define health? BMJ. 2011;343(4163):235-7.
4. Huber M. Towards a new, dynamic concept of Health 2014 (Proefschrift). Universiteit Maastricht, Maastricht.
7. Mul E de, Bot C de. Hoe denken hbo-docenten verpleegkunde over Positieve gezondheid? Onderwijs en Gezondheidszorg. 2017;6:26-9.
8. Meerten E van, Dierx J, Bot CMA de. Positieve Gezondheid voor Jeugdgezondheidszorgprofessionals. JGZ Tijdschrift voor jeugdgezondheidszorg. 2020;1. DOI 10.1007/s12452-019-00203-5.
9. Bot C de, Dierx J. Verpleegkundigen over positieve gezondheid. TVZ Verpleegkunde in praktijk en wetenschap. 2020;130: 46-9. DOI 10.1007/s41184-020-0275-y.
Dankwoord
Alumna hbo-verpleegkunde L-A de Schipper voor het uitvoeren van haar praktijkgericht onderzoek binnen het onderzoeksprogramma Positieve Gezondheid Lectoraat Leven Lang in Beweging/Zorg rond het Levenseinde.
Auteurs:
Cindy de Bot
is senior onderzoeker en docent Verpleegkunde, lectoraat Leven Lang in Beweging en Zorg rond het Levenseinde. E-mail:
cma.debot@avans.nl.
John Dierx is lector Leven Lang in Beweging, Expertisecentrum Caring Society.
Michael Echteld is lector Zorg rond het Levenseinde, Expertisecentrum Caring Society. Allen bij Avans Hogeschool Breda.