
“Als maatschappij en hulpverleners worstelen we met deze problematiek. Hoe verhouden deze verzoeken om euthanasie zich tot suïcidaliteit, die vaak voorkomt bij psychisch lijden? En hoe bepaal je of het lijden uitzichtloos is?”
“In de psychiatrie zijn er geen bloedtests of scans om ons op te baseren. Alles wat we hebben, is het verhaal van de patiënt. Dit maakt dat onze diagnoses beschrijvend en dynamisch zijn en onze prognoses onzeker. Onze behandelprotocollen laten hierdoor ook (terecht) veel ruimte voor maatwerk. Daarbij zijn psychische ziekten in de basis niet dodelijk, wat maakt dat psychiaters zich ook bij langdurige en chronische klachten blijven richten op herstel. Voor veel patiënten is deze hoopvolle houding precies wat nodig is, maar er zijn ook patiënten die behandelmoe zijn en alleen nog maar dood willen. Ook voor hen moeten ruimte en een goed gesprek over euthanasie mogelijk zijn.”
“De ggz is een beetje overvallen door de enorme toename van euthanasieverzoeken in de afgelopen jaren. Er ontstonden lange wachtlijsten, onder andere bij het Expertisecentrum Euthanasie. Je ziet inmiddels in de ggz veel goede initiatieven ontstaan om deze zorg beter te organiseren. Dit betekent wat mij betreft niet dat euthanasie makkelijker moet worden in de psychiatrie, maar wel dat iedereen binnen een redelijke termijn toegang heeft tot een goed gesprek hierover.”
Door Adri van Beelen