Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Stichting Vaarwens

Brenda van Dam
Al jaren bezorgt stichting Vaarwens terminaal zieke mensen en hun familie een onvergetelijke dag op het water. Geheel kosteloos, dankzij fondsenwerving en de inzet van vele vrijwilligers. Het aantal vaardagen groeit inmiddels van honderd naar driehonderd per jaar. De hoogste tijd dus om een goede koers naar de toekomst uit te zetten.

 

https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs12479-020-0827-4/MediaObjects/12479_2020_827_Fig1_HTML.jpg
Inge de Graaf en Evert Stel op de boot De Vaarwens. Foto: Vincent Boon
“Vaarwens is gestart vanuit de behoefte om iets zinvols te doen”, vertelt Inge de Graaf. De Graaf en haar partner Evert Stel hadden in 2007 hun bedrijf verkocht en waren klaar om het roer om te gooien. “We hadden ons huis verkocht en een boot gebouwd om op te wonen, de Meander V. Ik wilde graag in een hospice werken, Evert wilde blijven varen. De combinatie was snel gemaakt: we halen mensen uit een hospice en brengen ze bij ons aan boord.”
Ulco Proost is sinds juni bij Vaarwens betrokken. Hij is vrijwel dagelijks te vinden in het drijvende kantoor in de haven van Naarden. “Samen met Inge doe ik de coördinatie van de vaardagen. Vanuit Frankrijk worden we administratief ondersteund door Annemieke Siedenburg. Aanvragen worden binnen een week uitgevoerd. Voor veel mensen is het een verrassing dat het zo snel kan. Maar later kan een gast er misschien niet of minder van genieten.”
De Graaf kent alle tachtig vrijwilligers. “Voor elke vaardag heb je drie vrijwilligers nodig: een schipper, een stuurman en iemand voor de catering. De schipper is eindverantwoordelijk, maar ze maken samen de dag. Je moet goed weten welke vrijwilligers je bij elkaar zet. Een goede schipper heeft niet automatisch ook een goed verhaal. Dan zoek je er vrijwilligers bij die onderhoudend kunnen vertellen.” Proost: “Nu we naar 300 vaardagen gaan, is het essentieel dat alles goed georganiseerd is en iedereen volgens dezelfde systematiek werkt. Vrijwilligers worden goed opgeleid, alles is vastgelegd. Aan boord hebben we aparte handleidingen voor de schipper, de stuurman en de catering.” “Er is altijd veel ervaring aan boord”, vertelt De Graaf. “Als medische zorg nodig is, regelen we een arts of verpleger als vrijwilliger.”
Aan vrijwilligers geen gebrek. “Iedereen wil graag meedoen”, vertelt De Graaf. “Het is ook leuk, zo’n dag op de boot. We varen naar prachtige plekjes. Het is gezellig, er wordt veel gelachen.” Prachtige herinneringen dus. “Voor de gast en de familie is het echt even genieten”, ziet Proost. “Mensen die bekend zijn met watersport kennen dat wel: als je het water op gaat, blijven de zorgen aan wal. Het is mooi om te zien hoe mensen eventjes opleven: ze zitten even aan het stuur of smullen van een lekker broodje, terwijl ze al weken nauwelijks hebben gegeten. De Vaarwens-boost noemen we dat.”
Na dertien jaar zelf varen trekken De Graaf en Stel zich langzaam terug. De Meander wordt niet meer ingezet. De Graaf: “We hadden een grootse intocht georganiseerd voor ons nieuwe schip, De Vaarwens, maar die moesten we vanwege corona afgelasten.” Het team had eigenlijk al een kruis gezet door 2020. Proost: “Inge is gaan praten met instanties en sinds 27 april mogen we weer varen! Fondsenwerving is lastiger. Er is geen SAIL, geen HISWA, of andere evenementen. Dat scheelt inkomsten. Maar de vrijwilligers zijn toch het belangrijkste wat wij hebben.”
Door Brenda van Dam