De thuiszorg van Marente wordt geleverd door zo'n dertig zelforganiserende wijkteams, verdeeld over vijf regio's in de Bollenstreek. Hieruit zijn in totaal twaalf wijkverpleegkundigen afgevaardigd in de Kenniskring Palliatieve zorg. De kenniskringleden komen samen om palliatieve zorg binnen de thuiszorg te versterken.

Sebastiaan Kool, regiomanager Thuiszorg, ziet zichzelf vooral als aanjager van de kenniskring. “De kenniskring werd een aantal jaar geleden opgericht om onze kennis en ervaring met palliatieve zorg binnen de thuiszorg uit te breiden en breder uit te dragen. De twaalf leden zijn allemaal mbo- en hbo-verpleegkundigen en hebben een scholing palliatieve zorg gevolgd. Zij fungeren als ambassadeur voor de palliatieve zorg binnen de thuiszorg. Je komt kennis brengen, je haalt kennis op en dat breng je naar je eigen team en naar je buurtteams. We pakken dat ook regionaal aan, in de samenwerking met andere buurtorganisaties, huisartsen en ziekenhuizen.”
De kenniskring komt elke twee maanden samen. Sessies bestaan uit twee delen, vertelt Kool. “Er is een beleidsblok waarin we kijken wat er speelt binnen de organisatie, regionaal of landelijk. Maar we besteden ten minste de helft van de tijd aan casuïstiek, aan toetsing en het leren van elkaars ervaringen.” “Het is fijn om te kunnen sparren over zaken waar je tegenaan loopt, om eens te vragen hoe een ander iets zou hebben aangepakt”, beaamt Ina van Zwieten, wijkverpleegkundige in Voorhout. “Onze voorzitter is verpleegkundig specialist palliatieve zorg in het LUMC. Zij heeft veel kennis en ervaring, kan tips en tricks geven. Heel laagdrempelig en gemoedelijk allemaal.” “Het is fijn om even je hart te kunnen luchten, zeker als er iets gewrongen heeft”, vindt Mirjam van Griethuijsen, wijkverpleegkundige in Oegstgeest. “Je wilt dat iemand een prettig sterfbed heeft, maar soms maakt een cliënt andere keuzes. Daar praten we over en dan is het fijn om een onderscheid te maken: hebben we iets gemist of heeft het gewoon zo moeten zijn?”
Van Griethuijsen probeert in haar teams palliatieve zorg op de agenda te houden en dat is best een uitdaging. “Als wijkverpleegkundige ben je eindverantwoordelijk voor wat er in je wijk gebeurt en als cliënten veel tijd vragen, houd je minder tijd over voor dit soort dingen. We hebben bijvoorbeeld samen scholing ontwikkeld om aan collega’s te presenteren, maar door de werkdruk is dat er nog niet van gekomen. Dat vind ik wel zonde.” Toch leveren de bijeenkomsten genoeg op. “Ze houden mij alert”, aldus Van Zwieten. “Mijn kennis wordt opgefrist, ik doe nieuwe inzichten op en pak dingen makkelijker op. Je kunt zaken beter verwoorden naar collega’s en naar huisartsen, omdát je een kenniskring achter je hebt staan.” Hun zichtbaarheid is ook beter, merkt Kool. “Samen met Transmuralis zijn we bijvoorbeeld routekaarten aan het ontwikkelen, zodat men online kan zoeken bij wie men terecht kan met vragen op palliatief gebied. Met dertig losse wijkteams is zoiets lastig.”
Hoe palliatieve thuiszorg zich zal ontwikkelen hangt van veel zaken af. Kool hoopt dat in elk wijkteam ten minste iemand zal zitten die echt gevoel heeft bij palliatieve zorg. “Een van onze leden is daadwerkelijk een vaste spil in haar regio geworden. Collega’s en huisartsen bellen haar: ‘Jij zit toch in de kenniskring? Kun je even meedenken?’ Dat is voor mij het ultieme plaatje.”
Door Brenda van Dam, journalist en eigenaar van Bureau voor levenslinguïstiek.